Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB6681

Datum uitspraak2007-07-25
Datum gepubliceerd2007-10-30
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers122770 / HA ZA 06-925 en 126635 / HA ZA 06-1417
Statusgepubliceerd


Indicatie

De stellingen van Wehkamp B.V. als gedaagde in de hoofdzaak en als eiseres in vrijwaring lopen niet synchroom. Zij mag in de hoofdzaak haar stellingen aanpassen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector civiel recht Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 25 juli 2007 in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 122770 / HA ZA 06-925 van de rechtspersoon naar het recht van Denemarken NORDISK FACTORING A/S, gevestigd en kantoorhoudende te [plaats], Denemarken, eiseres, procureur mr. H.P. van der Veen, advocaat mr. M.R. van Zanten te Amsterdam, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WEHKAMP B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle, gedaagde, procureur mr. J. Possel, en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 126635 / HA ZA 06-1417 van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WEHKAMP B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle, eiseres in vrijwaring, procureur mr. J. Possel, en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HOME PACK B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Stellendam, gedaagde in vrijwaring, procureur mr. M.F.H.M. van Haastert, advocaat mr. W.H. van Noort te Amsterdam. Partijen zullen hierna Nordisk, Wehkamp en Home Pack genoemd worden. 1. De procedure in de hoofdzaak 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het vonnis in het vrijwaringsincident van 18 oktober 2006 - de conclusie van antwoord, tevens houdende wijziging van eis - de conclusie van repliek - de conclusie van dupliek. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De procedure in de vrijwaringszaak 2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de conclusie van antwoord - de conclusie van repliek - de conclusie van dupliek - de akte uitlating producties 2.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 3. De feiten In de hoofdzaak 3.1. Uit het dossier in de hoofdzaak kan het volgende omtrent de feiten worden geconcludeerd. Nordisk heeft op 26 mei 2004 een factoringovereenkomst gesloten met [A] A/S [adres], Denemarken, mede handelende onder de naam Doctors [A] (hierna: “[A]”). Op grond van art. 19 van de bij die overeenkomst van toepassing verklaarde voorwaarden heeft [A] zich jegens Nordisk verplicht om al haar vorderingen op derden uit hoofde van goederenleveranties onherroepelijk te cederen aan Nordisk. Op de facturen nummers 23309 en 23686 d.d. 16 maart 2005 en 19 april 2005 van [A] aan Wehkamp staat vermeld: This account has been assigned to NORDISK FACTORING A/S [adres] [postcode] [plaats] And is payable only to them or order: Bankers Jyske Bank, [adres], [postcode] [plaats]. Reg. [nummer] Account No. [nummer] Swift Code: [code]. Any objections to this invoice or its terms must be reported to Nordisk Factoring A/S. Please state invoice No., customer No. and supplier’s name when making your remittance. (IBAN No. [nummer]) 3.2. [A] had een vordering op Wehkamp voor geleverde goederen van EUR 14.680,-. Nordisk heeft Wehkamp na het faillissement van [A] enige maanden zonder succes gesommeerd om het aan [A] verschuldigde, vermeerderd met kosten en renten opgelopen tot een bedrag van EUR 16.422,35, aan haar te betalen krachtens de cessie. Wehkamp heeft evenwel EUR 13.500,- betaald aan Home Pack door storting op de derdenrekening van Home Pack’s advocaten te Amsterdam uit hoofde van een door Home Pack ten laste van [A] op 9 mei 2005 gelegd derdenbeslag. Het restant van de vordering is door Wehkamp “normaal betaald” (e-mail van Wehkamp van 29 juli 2005, productie 5 bij dagvaarding) waaruit de rechtbank afleidt dat het aan [A] is overgemaakt. 3.3. Nordisk heeft voor haar vordering conservatoir beslag gelegd op drie bankrekeningen van Wehkamp. in de vrijwaringszaak 3.4. Het dossier in de vrijwaringszaak openbaart een op onderdelen wat afwijkend feitenpatroon. Dat laat zich aldus samenvatten. 3.5. Home Pack was aanvankelijk importeur en later agent van [A] in Nederland. Die relatie is met ingang van 31 augustus beëindigd. In totaal was [A] uit hoofde van deze beëindiging een bedrag van EUR 27.758,18 aan Home Pack verschuldigd. Toen betaling uitbleef heeft Home Pack beslag gelegd onder Wehkamp op de schuld van Wehkamp aan [A]. [A] en haar Nederlandse advocaat hebben Home Pack laten weten dat het beslag geen doel trof omdat niet zij maar haar Slowaakse groepsvennootschap [A] Slovakia s.r.o. een vordering op Wehkamp had. 3.6. Uiteindelijk heeft [A] in mei 2005 tegen finale kwijting een bedrag van EUR 13.500,- aan Home Pack betaald in het kader van een met deze getroffen vergelijk. Die betaling is op 30 mei 2005 op verzoek van [A] door Wehkamp uitgevoerd ter voldoening van factuur nr. 23890 van [A] Slovakia s.r.o. van 4 mei 2005. Dit was aldus geregeld tussen [A] en haar Slowaakse groepsmaatschappij. Wehkamp heeft het bedrag betaald door storting op de derdenrekening van de advocaat van Home Pack. Het door deze onder Wehkamp gelegde conservatoir beslag is vervolgens opgeheven. Factuur nr. 23890 van [A] Slovakia s.r.o. was niet aan Nordisk gecedeerd. De cessie betrof (vgl. 3.1) de factuurnummers 23309 en 23686. 4. Het geschil in de hoofdzaak 4.1. Nordisk is van oordeel dat de cessie wordt beheerst door Deens recht, zulks op grond dat dat rechtsstelsel tussen haar en [A] van toepassing is op de factoringovereenkomst. Ook krachtens artikel 12 van het EEG Verbintenissenverdrag van 1980 (EVO) is Deens rechts van toepassing. Dat wordt bevestigd in een door Nordisk overgelegd advies van haar Deense advocaat C. Siebert van 24 januari 2007. Volgens dat advies is buiten twijfel dat de cessie naar Deens recht rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. Hetzelfde zou volgens Nordisk overigens gelden indien de cessie zou worden beheerst door Nederlands recht. Nu gelet op de mededeling op de facturen van [A] met de nrs. 23309 en 23686, hierboven onder 3.1 geciteerd, betaling door Wehkamp slechts bevrijdend kon geschieden aan Nordisk, dient Wehkamp volgens Nordisk het verschuldigde opnieuw aan haar te betalen. Zij heeft immers ten onrechte Home Pack ( en [A] c.q. de curator) betaald. 4.2. Wehkamp verweert zich op basis van de volgende stellingen, kort samengevat. Het recht dat de gecedeerde vordering beheerst is het Nederlands recht (artikel 12 lid 1 EVO). Daarentegen is het recht dat de verbintenissen tussen cedent ([A]) en cessionaris (Nordisk) beheerst blijkens artikel 12 lid 2 EVO het Deense recht. De vraag of er rechtsgeldig is gecedeerd moet dus beantwoord worden naar Deens recht. Wehkamp gaat er gezien de inhoud van de opinie van Nordisks advocaat Siebert vanuit dat de cessie rechtsgeldig is geschied. Naar Nederlands recht dient vervolgens te worden beantwoord de vraag onder welke voorwaarden de cessie aan haar kan worden tegengeworpen en of zij door de betaling is bevrijd. Wehkamp beroept zich op BW artikel 6:145. Zij is met [A] overeengekomen dat mededelingen in verband met wijziging van betaalgegevens (zoals wisseling van bankier, verandering van bankgegevens enzovoorts) “separately and in writing to the departments of Financial Accounting and Purchasing” moeten worden gedaan. Het beding maakt onderdeel uit van Wehkamps inkoopvoorwaarden waarvan de ontvangst door [A] is bevestigd. Conform die afspraak heeft [A] ook al eens een wijziging van haar bankgegevens aan Wehkamp doorgegeven zodat zij de strekking van die mededeling blijkbaar goed heeft begrepen. Nu [A] de cessie aan Nordisk niet op dezelfde wijze heeft behandeld, mocht Wehkamp haar als haar crediteur blijven beschouwen. Het is voor Wehkamp ook ondoenlijk om acht te slaan op eventueel op een factuur vermelde betaalgegevens. Als Nordisk door de cessie eigenaar is geworden van de vordering van [A] regardeert de bedoelde afspraak ook haar. De werking van artikel 6:145 is niet beperkt tot verweren met betrekking tot een tekortkoming in de bedongen prestatie. Zelfs een cessieverbod (artikel 3:83 lid 2) rechtvaardigt een dienovereenkomstig verweer als zo’n verbod tussen de oorspronkelijke contractspartijen zou zijn overeengekomen. in de vrijwaringszaak 4.3. Wehkamp vordert samengevat - dat Home Pack wordt veroordeeld om aan Wehkamp te betalen al hetgeen waartoe Wehkamp jegens Nordisk Factoring in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, zulks tot een hoofdsom van maximaal EUR 13.500 onverminderd rente en kosten, met veroordeling van Home Pack in de kosten van de hoofdzaak en de vrijwaring. 4.4. Home Pack voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 5. De beoordeling in de hoofdzaak 5.1. Home Pack had een (rest)vordering op [A] van EUR 20.758,18 waarvoor zij krachtens verlof van de voorzieningenrechter te Breda van 4 mei 2005 onder meer onder Wehkamp beslag heeft gelegd op alle gelden, geldswaarden en/of zaken die Wehkamp van [A] onder zich had of verschuldigd zou worden. 5.2. Op uitdrukkelijk verzoek van [A]’s directeur [B] per fax van 25 mei 2005 aan Wehkamp “to pay 13.500 eur. from invoice 23890 to (ANB, lees:) ABN AMRO number [nummer]” heeft Wehkamp die rekening (aldus) gedeeltelijk voldaan. 5.3. Krachtens BW art. 6:43 geschiedt de toerekening van de betaling op de verbintenis welke de schuldenaar bij de betaling aanwijst. Wehkamp heeft gesteld dat de boeking op factuur nummer 23890 slechts interne betekenis heeft. Er moest hoe dan ook een betaling aan de advocaten van Home Pack gedaan worden om het ten laste van [A] op haar bankrekeningen gelegde derdenbeslag opgeheven te krijgen. Dat daarbij door haar geen scherp onderscheid is gemaakt tussen [A] en [A] Slovakia s.r.o. vloeit voort uit haar inkoopafspraken met beiden. 5.4. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen teneinde Wehkamp in staat te stellen haar stellingen in de hoofdzaak aan te passen nu uit hetgeen over en weer tussen de partijen in de vrijwaringszaak is gesteld, voorshands lijkt te moeten worden geconcludeerd dat de facturen van [A] met de nummers 23309 en 23686 nog niet zijn voldaan. 6. De beslissing De rechtbank in de hoofdzaak 6.1. verwijst de zaak naar de rol van 8 augustus 2007 voor een akte aan de zijde van Wehkamp voor uitlating als bedoeld in rechtsoverweging 5.4., 6.2. houdt de uitspraak voor het overige aan, ook voor wat betreft de vraag naar het toepasselijk recht, in de vrijwaringszaak 6.3. houdt de uitspraak aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak. Aldus gewezen door mr. Th.A. Ariëns in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2007.